Het woord "amorf" is van oorsprong Grieks en heeft de betekenis "vormloosheid".In het verklarende woordenboek van Brockhaus en Efron betekent deze term een speciale staat van substanties in de structuur waarvan er geen orde is. Gewoonlijk is de toestand van amorfe stoffen tegengesteld aan de toestand van kristallijne stoffen.
Ozhegov definieert het adjectief "amorf" in 3 betekenissen:
- is dat het geen kristallijne structuur heeft( met betrekking tot mineralen en chemicaliën);
- is iets vormloos, wazig( over een of ander concept);
- is passief, onverschillig, traag( in relatie tot een persoon).
Eigenschappen die inherent zijn aan amorfe lichamen die in de natuurkunde-cursus zijn bestudeerd, kunnen worden geëxtrapoleerd naar mensen. Dus, in amorfe substanties( in tegenstelling tot kristallijne materialen) is er geen kristalrooster, omdat in een amorf persoon geen innerlijke "kern" is, het volgen van principes.
Bijvoorbeeld, in een klas plagen velen een jongen. De meeste studenten hebben niets tegen hem, ze willen gewoon niet in conflict komen met de kopstukken. Het gedrag van deze meerderheid zal conformistisch, onprincipe en amorf zijn.
Amorfe stoffen worden gekenmerkt door de afwezigheid van een kookpunt en een amorfe persoonlijkheid is buitengewoon moeilijk om zich te ontdoen, niets raakt het. Nogmaals, hetzelfde voorbeeld van de vervolging van een student door anderen: de student zelf kan helemaal niet reageren op het gebeuren, omdat hij zich al verzoend heeft met dit of hoopt dat hij op deze manier snel achterop zal raken. Als alternatief is de jongen aanvankelijk amorf en raken zijn klasgenoten hem niet aan. Hij gaat gewoon mee met de stroom.
Bovendien is het teken van amorfe stoffen vloeibaarheid en plasticiteit, dus een amorf persoon heeft zijn eigen visie op de wereld niet, zijn mening wordt voortdurend beïnvloed door anderen. Dus neemt een persoon zonder zijn eigen mening, in het gezelschap zijn, ideeën, gedachten en zelfs de manier van communicatie en houding van andere mensen over aan verschillende verschijnselen.
Amorfe persoon wordt niet gekenmerkt door ambitie en veeleisendheid. Streven naar een doel en actieve acties, zal hij luiheid en trage, maar kalme stabiliteit verkiezen.